8 juli 2018

Belangenverstrengeling

Onlangs werd ik door mijn fractievoorzitter gevraagd om zitting te nemen in een raadsadviescommissie als commissielid niet zijnde raadslid. Een voor de hand liggende vraag gezien mijn achtergrond als raadslid en wethouder waar ik dan ook zonder aarzeling mee instemde. Kort voor de formele beëdiging werd ik uitgenodigd voor een gesprek met de burgemeester en griffier. Of het in mijn geval wel zo verstandig was om in een raadscommissie te gaan zitten. Immers ik was al behoorlijk maatschappelijk actief als voorzitter van een cliëntenraad voor mensen met een bijstandsuitkering en voorzitter van een pas opgerichte energie coöperatie. Zou deelname aan een raadsadviescommissie geen belangenverstrengeling zijn of toch de schijn ervan kunnen oproepen?

Bestuurlijke integriteit en het tegengaan van belangenverstrengeling vind ik buitengewoon belangrijk. Laat daar geen misverstand over bestaan. De afgelopen jaren zijn er verschillende voorbeelden geweest van ongewenste vermenging van belangen. Maar ik was toch wel verrast dat dat in míjn geval zou kunnen spelen. In een kleine gemeenschap als de mijne zijn vrijwel alle raads en commissieleden actief in de samenleving. Ik vind dat waardevol, sterker, misschien wel een noodzaak voor een goed volksvertegenwoordiger. Als dat niet zou kunnen vanwege (de schijn van) belangenverstrengeling dan kan iedereen die bestuurder is van een stichting, vereniging of coöperatie, lid is van een burgerinitiatief of ander direct of indirect belang heeft bij besluitvorming in de raad of debat in de commissie, geen volksvertegenwoordiger meer zijn. Ben je voorzitter van een voetbalvereniging? Dan kun je niet als volksvertegenwoordiger meepraten over sportbeleid!

Ik vond het al met al opmerkelijk. Enkele bezorgde raadsleden die een probleem zien in mijn deelname aan het politieke debat hebben de burgemeester bereid gevonden hebben tot een indringend gesprek. Maar zo simpel ligt het niet. Politiek draait in essentie om het afwegen van belangen. Dat doe je met elkaar in het debat. Dossierkennis is noodzaak. Ik breng graag het belang van uitkeringsgerechtigden in en lever graag een bijdrage aan het debat over verduurzaming van onze gemeente. Mijn fractie ziet daarin geen strijdigheid met haar standpunten.

Mijn rol in de commissie is helder: lid van een politieke partij. Ik ga er vanuit dat in het debat raads- of commissieleden uitstekend in staat zijn om rollen te onderscheiden of mij daarop aan te sprekenals dat onduidelijk mocht zijn. Ik heb er op aangedrongen dat deze casus wordt voorgelegd aan eenonafhankelijk integriteitsbureau. Het is van belang dat hier een duidelijke uitspraak over komt. Ik kanme niet voorstellen, dat we, in een tijd waarin we het belang van een goede lokale democratie
benadrukken, een actieve maatschappelijke rol gaan aanvoeren als argument om mensen te weren
uit raadscommissies. Dat zal de vierjaarlijkse zoektocht naar nieuwe raads- en commissieleden er
niet eenvoudiger op maken.