Aanstaande woensdag 25 april is er veel ruimte in de raadsagenda gereserveerd om wensen op te halen van de partijen die niet voor de coalitieonderhandelingen zijn uitgenodigd: BBR, PvdA en D66. Voor de PvdA is dat niet lastig: we zijn de verkiezingen ingegaan met 9 speerpunten die we willen realiseren in de komende raadsperiode. Die 9 punten zijn de huidige coalitie natuurlijk welbekend. Vanwaar dan toch de vraag en discussie aanstaande woensdag? Om de oppositie te bewegen zich te committeren aan de coalitie en een op te stellen raadsprogramma. Immers als je punt min of meer gehonoreerd wordt in het raadsprogramma kun je daar later niet meer op terug komen. Dus is het zaak voor de coalitie om de oppositie te verleiden tot inbrengen van punten. Maar moet je daar eigenlijk wel aan meedoen? Welke punten ga je dan inbrengen? Of moeten we helemaal geen punten naar voren brengen en ons vast houden aan de belofte aan de kiezers? Het is kiezen tussen een heel klein beetje meedoen of trouw blijven aan jezelf. Het doet mij denken aan de formatie van het derde kabinet Rutte. Aanvankelijk was GL onder leiding van Jesse Klaver bereid om mee te regeren. Uiteindelijk heeft GL dat niet gedaan omdat het risico te groot was. De PvdA heeft in het tweede kabinet Rutte wel gekozen om mee te doen. Waar dat de PvdA heeft gebracht weten we inmiddels. Mijn advies aan de oppositie: hou uw kruit droog en laat de coalitie zelf met een goed programma komen. Ik ben benieuwd wie het meeste water bij de wijn moet doen.
Met vriendelijke groet,
Jan Bouwens